Sinds drie jaar maak ik mij sterk voor een groep uit Polen afkomstige lassers die jarenlang in de nachten en weekenden voor een lasbedrijf in Almere hebben gewerkt, terwijl zij daarvoor niet volgens de cao voor het Metaalbewerkingsbedrijf werden beloond. Omdat deze cao vrijwel over de gehele periode waarin mijn cliënten daar werkten algemeen verbindend verklaard was, hadden zij wel recht op betaling volgens die cao. Zouden zij volgens de cao zijn betaald, dan zouden zij veel meer verdiend hebben. Mijn cliënten schakelden mij in om het achterstallige loon, dus het verschil tussen wat zij hadden ontvangen en waar zij volgens de cao recht op hadden alsnog op de werkgever te verhalen. Omdat dit om achterstallig loon over de afgelopen vijf jaar ging, was dit bij alle drie cliënten een behoorlijk bedrag. Omdat de werkgever niet bereid was om de verschuldigde bedragen vrijwillig te voldoen, heb ik drie zaken aanhangig gemaakt bij de kantonrechter in Almere. Dat werd een mooie strijd, die ik gelukkig voor mijn cliënten heb kunnen winnen.
De afspraken met de werkgever in de arbeidsovereenkomst waren als volgt: een 40-urige werkweek met werktijden van maandag tot en met vrijdag van 07.45 uur tot 16.45 uur tegen een aanvangssalaris van slechts EUR 7 netto per uur, inclusief 8% vakantiegeld en eventuele andere toeslagen. Op dit salaris werd een vergoeding voor huisvesting in mindering gebracht. Maar in werkelijkheid hebben de werknemers vooral in de nachten vanaf 18 tot 6 uur en in de weekenden gewerkt. Zij maakten ook enorm veel overuren (vaak 300 tot 320 uur per maand). Van belang is nog dat mijn cliënten eerst tijdelijke contracten hadden met het lasbedrijf zelf en later door met een detacheringsbedrijf dat echter van dezelfde eigenaar was als het lasbedrijf. Dit leek op een schijnconstructie om mijn cliënten niet in vaste dienst te hoeven nemen.
In de procedures bij de kantonrechter is op 11 september 2019 een tussenuitspraak gedaan waarin de rechter heeft geoordeeld dat de cao inderdaad van toepassing was, zelfs in de korte periodes dat deze niet algemeen verbindend verklaard was. Een van deze interessante uitspraken is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl (hier te vinden: ECLI:NL:RBMNE:2019:4389).
De kantonrechter maakte gehakt van de argumenten van de werkgever dat de cao niet van toepassing zou zijn omdat mijn Poolse cliënten hun geld in Polen zouden uitgeven en de levensstandaard daar lager is en dat zij veel meer vakantiedagen dan hun Nederlandse collega’s zouden kunnen opnemen. Dat laatste argument was al helemaal bijzonder omdat is gebleken dat mijn cliënten in de hele periode dat zij voor de werkgever werkten niet één vakantiedag uitbetaald hebben gekregen. Zelfs ziektedagen werden geboekt als onbetaald verlof.
De kantonrechter heeft in zijn uitspraak dus duidelijk gemaakt dat de cao voor het Metaalbewerkingsbedijf grotendeels algemeen verbindend verklaard was en daarom van rechtswege op de arbeidsovereenkomst van toepassing was. De aard van de werkzaamheden viel onder de werkingssfeer van de cao. Het argument dat mijn cliënten er zelf akkoord zouden zijn gegaan met een loon van maar EUR 7 à EUR 8 per uur slaagde niet. Van de cao kan op dit punt niet worden afgeweken. Bovendien wisten mijn cliënten ook helemaal niet dat zij recht hadden op een veel hoger cao-conform loon.
Ik gaf al aan dat de uitspraken van 11 september 2019 tussenuitspraken waren. Een eindbeslissing kon de kantonrechter toen nog niet doen, omdat nog niet voldoende duidelijk was op welke bedragen mijn cliënten nou ieder nog recht hadden. Over die vraag moest dus nog verder worden geprocedeerd. Dat betekende dat ik voor mijn cliënte door een salarisadministrateur moest laten berekenen welke bedragen volgens de cao hadden moeten worden betaald, waarna de werkgever met een eigen berekening mocht komen. Het was dus erg belangrijk dat de berekeningen precies zouden kloppen. Gelukkig kon ik gebruik maken van een uitstekende salarisadministrateur die de berekeningen in korte tijd kon uitvoeren. Daarna hebben we op de door de salarisadministrateur berekende bedragen de daadwerkelijk door de werkgever betaalde bedragen afgetrokken, zodat we precies wisten op welk achterstallig nettoloon mijn cliënten nog recht hadden. De werkgever kon hier in zijn reactie geen speld tussen krijgen, met als resultaat dat de kantonrechter op 26 februari 2020 in zijn einduitspraken de door onze salarisadministrateur berekende bedragen volledig heeft toegewezen. Deze uitspraken zijn (nog) niet op www.rechtspraak.nl gepubliceerd.
Heeft u het idee dat uw werkgever u in de afgelopen vijf jaar niet correct heeft betaald omdat er een cao had moeten worden toegepast, dan is het dus zeker de moeite waard om te laten uitzoeken of u wellicht nog recht heeft op achterstallig loon. Ik zoek dat graag voor u uit.